KUNSTENPLATFORM PLAN B

Interview: PLAN B over het artistiek onderzoekstraject Veldwerk

Veldwerk: een ruraal plan B voor kunstenaars

Hoe maak je plaats voor rurale verhalen? Hoe geef je kunstenaars ruimte en tijd, ook buiten de muren van een kunstencentrum? Zodat ze relaties kunnen aangaan, met een eigen gekozen plek. Met de bewoners van een dorp, met toevallige passanten, met een rivier, een gerooide boom.

Welke mogelijkheden zijn er om werk te creëren en te presenteren buiten de black box, of de witte muren van een galerie?

Kunstenplatform PLAN B start in 2021 met het project Veldwerk, een artistiek onderzoeksplatform. Het brengt beloftevolle kunstenaars of collectieven samen rond actuele vraagstukken in de rurale ruimte.

PLAN B gaat op zoek naar kunstenaars die de blik naar buiten richten. En ook letterlijk ‘den buiten’ opzoeken. Na de eerste oproep dienen 147 kunstenaars een voorstel in. PLAN B selecteerde uiteindelijk 6 kunstenaars. 

Hoe ze die selectie maakten?

We vragen het aan Leontien Allemeersch, mede-coördinator bij PLAN B.

Leontien: “We hebben een hele lijst van parameters. Belangrijk is dat een kunstenaar ook echt vertrekt van dat rurale, en niet bijvoorbeeld een al bestaande theatervoorstelling plots in een serre gaat spelen. We zorgen er ook voor dat we een diverse selectie hebben, qua personen, qua media… We kijken hoe het voorstel past binnen het oeuvre van de artiest bijvoorbeeld. En het moeten ook mensen zijn die durven openstaan voor andere blikken.”

Kunstenaar Joris De Rycke is zo iemand. Hij ging in op de tweede open oproep voor Veldwerk.

Joris: “In mijn werk spelen de natuur, planten en andere organismen, een belangrijke rol. Daarom sprak de oproep mij aan, en ook omdat het veel met ‘buiten’ te maken had. Het zou zich niet afspelen in een gebouw in een stedelijke context.”


Kleinschalig én professioneel

En niet alleen dat trok aan. PLAN B ondersteunt de kunstenaars ook, op productioneel, financieel en communicatief vlak, zonder zelf te veel te sturen. Het is een platform, als een vrijplaats, een plan B, buiten de podia van de instituten. 

Joris: “Binnen PLAN B is er een goed evenwicht tussen professionalisme en kleinschaligheid. Het is zeker niet commercieel, en het wordt niet gestuwd door een interne of externe politiek. Er zit geen ‘agenda’ achter de keuze van de artiesten of de thema’s.” 
 

Verbeelding in de rurale context, van festival naar platform

2015. Leontien, Jane en Jonathan zetten voor het eerst Kunstenfestival PLAN B op. In Bekegem, een dorp van 1000 inwoners, tussen Brugge en Oostende. 

Leontien: “Als je als jonge kunststudent wegtrekt uit je dorp om naar een kunstschool te gaan, dan is dat sowieso in een stad. Kunstproductie vindt dus al snel plaats in een stedelijke context.”

“Maar het dorp (Bekegem) heeft ons voor een groot stuk gemaakt. En we vroegen ons af hoe we iets konden teruggeven. Hoe kunnen we samen aan de slag met iets dat hier niet aanwezig is? We nodigden kunstenaars uit en brachten ze onder bij gastgezinnen. Samen gingen ze een creatief proces aan, van idee tot presentatie, tijdens het festival.”

Zo is Kunstenplatform PLAN B ontstaan en gegroeid tot wat het nu is. Het platform werkt met verbeelding in die rurale context.

Leontien: “We zijn begonnen in Bekegem en gaan nu op zoek naar het rurale in heel Vlaanderen. En dan gaat het niet om het platteland, om ‘the countryside’. Daarvoor is er te veel beton op ‘den buiten’, bij ons. Wel om het niet-stedelijke.”
 

Weggegooide appels en unieke planten

Gooi jij wel eens een appel weg in een spoorwegberm of langs de baan? Wie weet groeit die nu in de boomgaard van Joris. In de Verbeke Foundation.

Joris: “Ik verzamel appels, langs spoorwegen, autostrades of truckersparkings. Op plaatsen waar mensen een appel eten en het klokhuis in de berm gooien. Als er een zaadje ontkiemt en er een boom uitgroeit, dan is dat een heel andere appel. Ondertussen heb ik een boomgaard in de Verbeke Foundation, waar ik zoveel mogelijk van deze ‘gevonden appelrassen’ verzameld heb en verder kweek. Als een levend archief of een levende editie.”

“Voor Veldwerk II werk ik aan een natuurdocumentaire die heel specifiek gaat over planten. In elke natuurdocumentaire speelt wel een wolf, of een vos of op z’n minst een vogel de hoofdrol. Maar alles dat kleiner is dan 5 cm krijgt weinig aandacht.”

“Ik koos voor de niet-typische landschappen: mijnterrils, steen- en kleigroeves. Ik onderzoek de ecologie van die plekken, na of tijdens de industriële activiteit. Het zijn plekken waar je tussen de gesteentes nog overblijfselen van planten en organismen van miljoenen jaren geleden vindt. En die gesteentes zijn verantwoordelijk voor wat er zal groeien. Het creëert kansen voor planten die normaal gezien niet voorkomen in die omgeving.”
 

Veldwerk doet kunstenaars uit hun bubbel breken 

Veldwerk is ook een netwerk. Het brengt de geselecteerde kunstenaars verschillende keren per jaar samen, om uit te wisselen en elkaars werk te leren kennen.

Joris: “Er is geen duidelijke overlap tussen de verschillende praktijken. Maar toch vonden we elkaar ergens. Elke maand hadden we een meeting, waarbij we onze denkprocessen uitwisselden, als lotgenoten.”

“Zo leerde ik Daems van Remoortere & Fallow kennen bijvoorbeeld, een collectief van architecten en kunstenaars. Ze werken rond zilte landschappen en zilte landbouw. Voor stad Antwerpen bracht ik het afgelopen jaar ook de Scheldeoevers in kaart. Ik was bezig met die zilte ecosystemen en het was fijn om op dat moment te kunnen uitwisselen.”

Daarnaast nodigt Kunstenplatform PLAN B ook andere organisaties uit onder de noemer Areaal-netwerk.

Leontien: “Areaal bestaat uit platform voor architectuur en ruimte AR-TUR, kunstenplek voor co-creatie, ambacht en diversiteit Manoeuvre & laboratorium voor actuele transdisciplinaire kunst nadine, losvast kunstencollectief Seasonal Neighbours, praktijk voor zachte kracht en radicale verbeelding DEVET en het performatief-ruimtelijk collectief TAAT.”

“We komen drie keer per jaar samen. Het is belangrijk om ‘sparring partners’ te hebben, en het creëert doorstroomkansen voor de kunstenaars. Je ondersteunt de ontwikkeling van een traject én brengt ze op een informele manier in contact met mogelijke partners. Zo hebben we aandacht voor duurzaamheid.”

Joris: “Als je in of rond de natuur werkt, steek je licht dan ook op bij organisaties die er elke dag mee bezig zijn. Werk samen. Als je als kunstenaar werk wil maken dat op een of andere manier een toevoeging is voor biodiversiteit bijvoorbeeld, is hun expertise heel welkom. Die kennis geeft ook inspiratie voor nieuwe denk- en werkwijzen.”

“Er zijn veel dingen die vanzelfsprekend lijken, maar het niet zijn. Neem contact op met Natuurpunt, het Agentschap voor Natuur en Bos, of met INBO, het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek.”
 

Radicaal kiezen voor tijd

Tijdens de korte creatieperiode van het festival in Bekegem merkte PLAN B dat kunstenaars meer tijd nodig hebben om zich te verhouden tot hun omgeving, om onderzoek te doen. Met Veldwerk, dat focust op artistiek onderzoek zonder dat er per se iets geproduceerd moet worden, creëren ze daarvoor een kader.

Leontien: “We hebben gekozen om het een jaar tot anderhalf jaar te laten duren. Omdat je dan echt iets kan doen. Wat je niet kan in een residentie van een week of twee. Het is een ander ritme. Organisaties gaan zelden zolang de relatie aan.”

PLAN B doet dit uit zorg en respect voor de kunstpraktijken. En voor de mensen waarmee ze samenwerken, zowel de kunstenaar als het publiek. 

Joris: “Gemeenten stellen wel eens de vraag om een participatief project op te zetten. Ze vragen je om met een bepaalde doelgroep te werken en dan iets te tonen, bijvoorbeeld in een vitrine. Voor een weekend, en dan is het afgelopen.” 

“Het zou zijn fijn als je zes tot tien jaar op iets kan werken. Pas als je tijd krijgt, kan je écht procesmatig werken.”
 

De natuur als thema

Een platform als PLAN B heeft een zekere verantwoordelijkheid. Als je kiest voor bepaalde kunstenaars, betekent dat dat je hun waarden, hun verhalen onderschrijft.

Leontien: “Als we moeten beslissen welke projecten we wel of niet zullen ondersteunen, dan stellen we ons de vraag: Welk verhaal willen we met Veldwerk vertellen in relatie tot de bredere maatschappij? De ‘natuur’ als thema, is dan net heel belangrijk en urgent.”

“De luxe van de cultuursector is dat je met verbeelding kan werken en vrij spel hebt in de verbindingen die je aangaat. Je hebt geen verplichtingen, kan tegenkleur geven.” 

Als je rond natuur werkt, dan raak je meteen ook aan andere thema’s. Leontien geeft het voorbeeld van Die malle Jan, één van de projecten binnen Veldwerk I.

Leontien: “Er wordt een boom verplaatst. Maar het gaat ook over erfgoed, over een heel sociaal en verbindend element. Er zijn meerdere thema’s die bij elkaar komen.”

“De natuur verweeft zich ertussen, te pas en te onpas.”

 

Tekst / Nimfa Tegenbos. Foto © Leontien Allemeersch. Dit interview verscheen oorspronkelijk op de website van OP/TIL